De vorm van dyslexie kan variëren van matig tot ernstig. De aard van de aandoening is afhankelijk van persoon tot persoon.
Dyslexie wordt vaak ook gespeld als dyslectie of dislexie. Echter de juiste spelling is dyslexie. Dyslexie is een hardnekkig probleem met het aanleren en/of toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau. (Volgens Stichting Dyslexie Nederland)
Dyslexie is een probleem met het automatiseren van taal. Dyslectici hebben in meer of mindere mate moeite met het vloeiend en nauwkeurig lezen en spellen van taal en het vlot verwoorden van hun gedachten op schrift of in spraak.
Verder is dyslexie het directe gevolg van een dominantie van de rechterhersenhelft in het denken in combinatie met een natuurlijke, aangeboren zwakte van het verwerken van talige codes als eigenschap van de linkerhersenhelft. (Volgens Sjan Verhoeven en Gertrudie Boersen: ‘ Dyslexie: stoornis of intelligentie’). Dat maakt dat de samenwerking van de rechter- met de linkerhersenhelft moeilijker gaat. Hetzelfde geldt voor mensen met een sterke voorkeur voor de linkerhersenhelft en het ‘lijndenken’. Bij deze mensen valt het alleen minder op, want hun taal werkt wel goed. Dit zijn bijvoorbeeld mensen, die hun intellectuele kennis niet kunnen overbrengen, die sociaal erg onhandig zijn of zich niet kunnen inleven in de sociaal-maatschappelijke gevolgen van hun kennis.
Ongeveer een kwart van de patiënten met dyslexie ontwikkelt eveneens een vorm van Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD).
Bij oudere kinderen met dyslexie of bij volwassenen kunnen de signalen of symptomen heel anders zijn dan bij jonge kinderen. Het is dan ook belangrijk dat het onderscheid moet worden gemaakt. Uiteraard moet er rekening worden gehouden dat kinderen op latere leeftijd al een heel leerproces doorgemaakt hebben en dus in normale omstandigheden al heel wat geleerd zouden hebben.
De precieze oorzaak van dyslexie weten we nog niet helemaal, maar het is wel duidelijk dat het zich afspeelt in de hersenen. Het lijkt erop dat het hersengebiedje waar klanken aan schrifttekens worden gekoppeld, te zwak is aangelegd of moeilijk bereikbaar is. De klankcodes worden daardoor onvolledig of incorrect in de hersenen verwerkt en minder goed in het geheugen opgeslagen. Het gevolg is, dat deze ook minder goed uit het geheugen zijn op te halen om gekoppeld te worden met het woordbeeld. Duidelijk is, dat mensen met dyslexie problemen hebben met de fonologische verwerking van taal en/of het snel benoemen van woorden.
Het staat vast dat bij dyslexie sprake is van een erfelijke factor. Een kind dat één ouder heeft met dyslexie, heeft 40 tot 50% kans er ook aanleg voor te hebben. Bij twee dyslectische ouders ligt dit percentage rond de 80%.
Het is aan de behandelaar die de diagnose stelt om, aan de hand van systematisch onderzoek, te bepalen of er aan deze criteria wordt voldaan. De criteria zijn nader gespecificeerd in het Protocol Dyslexie Diagnostiek & Behandeling.
Moeilijkheden met lezen en spellen geeft problemen met veel schoolse taken. Voordat kinderen leren lezen en spellen kunnen er al problemen zijn met spraak- en/of taalontwikkeling. Specifieke risicofactoren voor dyslexie in de eerste jaren van de basisschool kunnen door (gespecialiseerde) logopedisten goed worden gesignaleerd en begeleid.
Logopedisten zijn deskundig op het gebied van diagnostiek, indicatiestelling en behandeling van spraak- en taalstoornissen. Hiermee onderscheiden zij zich van de andere beroepsgroepen, die zich met dyslexie bezig houden, bijvoorbeeld orthopedagogen en remedial teachers. Dit is in het bijzonder van belang, omdat zij kennis hebben van de diagnostiek en begeleiding van factoren die met dyslexie samenhangen, zoals fonologie (herkennen van klanken) en oproepsnelheid.
Logopedisten zijn vaak al in een vroeg stadium betrokken bij kinderen met dyslexie. Soms is er nog helemaal geen sprake van een kind dat in het leerproces vastloopt, maar zijn er wel al risicofactoren te signaleren. Goede begeleiding in een vroeg stadium (onder andere met klanken en letters werken) kan dyslexie weliswaar niet voorkomen, maar wel de uitingsvorm ervan verkleinen.
Dat de behandeling door een (gespecialiseerde) logopedist een grote bijdrage kan leveren aan het voorkomen van leesproblemen en het verminderen van het gevolg ervan, staan buiten kijf. In de behandeling wordt samengewerkt met de ouders en de school van het kind. Ook wordt rekening gehouden met de totale ontwikkeling van het kind en eventuele bijkomende problemen.
Logopedie wordt door de zorgverzekeraar vergoed. Lees- en spellingproblemen hebben vaak verband met logopedische stoornissen. Informeer hierover bij de logopedist.
Linkerhersenhelft | Rechterhersenhelft |
---|---|
Auditieve verwerking van gehoorprikkels | Visuele verwerking van oogprikkels |
Gericht op details | Ruimtelijke oriëntatie |
Wiskundig | Kinesthetisch |
Spraak | Ritme |
Getallen | Beelden, afbeeldingen |
Rekenen | Muziek |
Logica | Verbeeldingskracht |
Lineair denken | (Dag)Dromen / Associëren |
Tijdsbewustzijn | Tijdloos zijn |
Volgtijdigheid | Gelijktijdigheid |
Volgorde kunnen aanbrengen | Patronen en gehelen zien |
Ratio en analyserend | Intuïtie en gevoelsmatig |
Analyse van afmetingen | Dimensies |
Onderdelen | Verbanden |
Digitaal | Analoog |
Precies en geordend | Globaal en schattend |
Let op verschillen | Let op overeenkomsten |
Tekst | Context |
Structuren | Kleuren |
Planmatig | Improviserend |
Werken vanuit de delen naar het geheel | Werken vanuit het geheel naar de delen |
Kijken met een telelens | Kijken met een groothoeklens |