Wat we bij jonge kinderen (2-4 jaar) stotteren noemen, is zelden stotteren. Het is een onzekerheid in het vinden van woorden en in de spraakmotoriek, die bij die leeftijd hoort. Maakt u zich daar geen zorgen over, geef het kind daarom geen extra aandacht. U zult zien dat het vanzelf weer over gaat.
Stotteren kan uitdrukking geven aan (verdrongen) emoties. Door te stotteren slaagt een kind erin de aandacht naar zich toe te halen zonder veel risico te lopen. Dit werkt verslavend. Het onzekere kind dat ervan droomt macht uit te oefenen, maakt zijn dromen waar: door te stotteren oefent hij nogal wat invloed uit op zijn omgeving.
In het peutertraject is een positieve omgang met het kind erg belangrijk. Er moet een verandering van de sfeer in het gezin komen. Verantwoording moet overgedragen worden. Als ouders moet je zelf ook rustiger worden. Accepteer van het kind, zoals het is.
De sleutel hiervoor is “bemoediging” (encouraging). Het is de basis voor alle opvoedings-, groei- en leerprocessen. Net zoals men een huis moet bouwen op een stevig fundament, zodat het stabiel is, zo kan men ook in de opvoeding alleen maar bouwen op sterke kanten.
Kinderen zijn altijd op zoek naar het gevoel ‘erbij te horen’. Door het kind te accepteren zoals het is, door het te laten meehelpen in het gezin, kunnen ouders een positieve bijdrage leveren aan de ontwikkeling van dit gevoel.
Bemoediging versterkt het gevoel van eigenwaarde en het geloof in de eigen mogelijkheden. De basis voor zelfvertrouwen. Bemoediging is onmisbaar voor een gezonde emotionele ontwikkeling. Een goede middenweg vinden tussen autoritaire en niet-autoritaire opvoeding is van groot belang. Een liefdevol, bemoedigend en respectvol samenzijn. Door kinderen door duidelijke grenzen te geven, kan de innerlijke zekerheid van het kind ontwikkelen en dat kan met bemoediging. “Help mij, het zelf te doen.”
Let erop dat u uw kind, dat begint te stotteren, geen stotteraar noemt! Informeer ook uw bekenden, dat ze niet over dit thema spreken. Mocht het kind u erover aanspreken, zeg hem dan vol overtuiging, dat u begrijpt, dat zijn manier van praten soms onaangenaam voor hem is, maar dat u er het volste vertrouwen in heeft dat hij dit probleem onder controle krijg. Maar er geen punt van. Maak het niet zo zwaar en belangrijk! Geef uw kind aandacht, maar niet voor zijn stottersymptomen.