Contact

Adres: Eikenhorstlaan 16
Postcode: 2245 BC Wassenaar
Telefoon: 070 514 5790 lees meer »

Over mij

Ik ben Gladys Bonta-Wetzel. Ik ben een logopedist met ruim 33 jaar ervaring. Na mijn afstuderen in 1981 aan de Hogeschool in Amsterdam .... lees meer »

Sociale media

Volg de laatste nieuws van mijn praktijk middels de sociale media.

Logo Logopediepraktijk Gladys Bonta-Wetzel
Meer dan 40 jaar ervaring als logopedist
Lid van De Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie en tevens geregistreerd in de Kwaliteitsregister Paramedici.

De Taalontwikkeling van het kind

Taal is onder te verdelen in 2 verschillende onderdelen.

  1. Taalbegrip. Dat betekent dat je kunt begrijpen wat er gezegd wordt.
  2. Taalproductie. Het zelf gebruiken van taal om te kunnen communiceren, contact te hebben met elkaar, te spreken met elkaar.
Bij deze 2 onderdelen zit een groot verschil. Kinderen zijn sneller in staat om te begrijpen wat er gezegd wordt (taalbegrip), dan dat zijn in staat zijn om zelf taal te produceren. Een baby van ruim 1,5 jaar kan al behoorlijk veel begrijpen, maar dezelfde baby is nog niet in staat om zelf zinnen te vormen, omdat een hij nog niet meer dan twee woorden aan elkaar kan koppelen.Taalbegrip komt dus eerder dan taalproductie.

Taalproductie

Dit overzicht is gebaseerd op het gemiddelde Nederlandse kind. Het is natuurlijk mogelijk dat uw zoon of dochter wat sneller of langzamer is met de ontwikkeling. Dit wil niet per direct zeggen dat er sprake is van een taalachterstand.

Twee maanden: Het kind maakt verschillende soorten brabbelgeluidjes, deze verschillen ook van toon. Deze kunnen laten merken of zij ergens blij of juist niet mee zijn. Dit is voor een volwassene goed te onderscheiden.

Negen maanden: Het kind luistert nu naar de geluiden die het zelf produceert. Het kind vindt plezier in het na-apen van klanken, die het in de omgeving opvangt en het luisteren naar zichzelf. Het kind laat veel verschillende geluiden horen. Ook leert het kind de stem van zijn ouders of verzorger kennen. Dit zorgt ervoor dat de baby beter gerust te stellen is wanneer deze bijvoorbeeld aan het huilen is.

Een jaar: Het kind zegt zijn eerste woordje. Het begint steeds meer geluiden te maken en een dialoog met het kind is nu mogelijk. Natuurlijk niet met woorden, maar het reageren op elkaar met het gebruik van het brabbelen.

Anderhalf jaar: Het kind is nu in staat om te begrijpen wat er tegen hem of haar gezegd word. Wel worden hier vaak nog gebaren aan toegepast. Ook is het mogelijk om het kind een gemakkelijke opdracht uit te laten voeren. Het kind begint steeds meer te begrijpen van wat u zegt. Ook leert het kind enkele andere woorden dan 'papa' en 'mama'. Overigens is de uitspraak hiervan vaak nog wel matig.

Twee jaar: Het kind leert steeds beter praten. Het is nu in staat om twee woorden aan elkaar te koppelen. De volgorde van de woorden klopt vaak nog niet. En de woorden worden gebrekkig gezegd. Ook gaat het kind steeds meer objecten benoemen.

Twee en half jaar: De uitspraak van het kind word steeds beter. Het kind vraagt meer of u bepaalde objecten kunt benoemen. Hiervan leren zij steeds meer begrijpen van de gesproken taal. Het kind is steeds beter in staat om duidelijk te maken wat het wèl en niet wil. En wat het wèl en niet prettig vind.

Drie jaar: Het kind kan nu opdrachten begrijpen, zonder dat u nog gebruik maakt van gebaren of andere aanwijzingen. Het brabbelen wordt steeds minder en maakt plaats voor een betere uitspraak. Het kind maakt steeds meer gebruik van de Ik-vorm. De twee-woord combinaties maakt plaats voor zinnen met drie tot vijf woorden. Het kind begrijpt opdrachten, nu ook zonder gebaren en aanwijzen.

Drie en half jaar: De regels voor taal worden gedeeltelijk begrepen, maar het is nog moeilijk om deze regels toe te passen. Hierdoor zijn de zinnen vaak nog verdraaid en niet correct. Voor buitenstaanders word het wel steeds makkelijker om het kind goed te kunnen verstaan en begrijpen.

Vier jaar: De grammaticale structuur van de zinnen is steeds meer terug te vinden in het taalgebruik van het kind. Ook leert het kind steeds beter omgaan met de meervoudsvormen. Het kind is in staat om eenvoudige zinnen te maken. Hierin word ook wel de verleden tijd gebruikt, maar vaak nog niet op een correcte manier.

Vijf jaar: De zinnen van het kind worden steeds langer. Ook de grammaticale regels worden steeds beter gebruikt. De verleden tijd wordt op een juiste manier toegepast en het kind leert de persoonlijke voornaamwoorden en de voorzetsels op een correcte manier te gebruiken. Het kind is nu in staat om zinnen aan elkaar te koppelen door middel van verbindingswoorden ( want, omdat etc. ). De uitspraak van de kinderen is bijna helemaal correct.

Zes tot acht jaar: Het kind spreekt in lange, goed gevormde samengestelde zinnen. Vrijwel alle taalregels worden goed gebruikt. Het kind is voor iedereen goed verstaan- en begrijpbaar. Ook wordt de woordenschat steeds groter.

Kinderen en Taal

Leren praten is een heel grote stap in de ontwikkeling. Als een kind begint te praten, kan het beter uitdrukken wat het wil en wat het voelt en wordt het contact met de omgeving versterkt. Taalontwikkeling is ook een heel belangrijk onderdeel van de algemene ontwikkeling van het kind. Taalontwikkeling is het leren gebruiken van woorden en zinnen.

Taal is een communicatiemiddel: door te spreken, denken, fantaseren, ..... komt een kind in contact met zijn omgeving en kan het ‘met woorden’ verstaanbaar maken hoe het de dingen om zich heen beleeft. Taal oefent een invloed uit op het denken van het kind en omgekeerd. Taal is een soort filter voor de werkelijkheid. Het helpt om indrukken te verwerken en te interpreteren. Taal helpt ook om het zelfbesef en de identiteit te laten groeien. Het woord ‘ik’ krijgt stap voor stap betekenis.

    Stimuleringsadviezen voor de spraak- en taalontwikkeling
  • Praat zelf rustig en duidelijk. Uw kind went zo aan een rustig spreektempo.
  • Neem de tijd om naar uw kind te luisteren en laat merken dat u geïnteresseerd bent in zijn verhaal.
  • Herhaal wat uw kind zegt in de juiste vorm, als uw kind een spraak- of taalfout maakt.
  • Praat met uw kind over de dingen die u samen ziet of doet tijdens allerlei dagelijkse bezigheden, zoals eten koken, boodschappen doen, tuinieren enz.
  • Speel met uw kind. U kunt speelgoed gebruiken, dat uw kind leuk vindt, zoals poppen, auto’s, lego of dieren.
  • Het logisch vertellen van een verhaal is voor veel kinderen nog moeilijk. Praat daaom ’s avonds nog eens over de dag en laat uw kind vertellen wat hij gedaan heeft.
  • Lees regelmatig voor. Kies boeken die aansluiten bij de interesse en leeftijd van uw kind. Er mogen veel plaatjes in staan.
  • Speel lotto, domino, memory. Vooral memory nodigt uit om woorden vaak te benoemen en om meervoudsvormen te gebruiken (één koe, twee koeien). Maak ook zinnetjes bij de plaatjes.
  • Omschrijf een voorwerp dat zich in de kamer bevindt of iets dat juist niet zichtbaar is. Om de beurt kunnen u en uw kind omschrijven en raden wat het is. Dit spelletje kunt u ook doen aan de hand van de plaatjes op bijv. memorykaartjes.
  • Vertel zoveel mogelijk dingen over een voorwerp of een dier. Wat kun je bijv. vertellen over een hond? “Hij kan blaffen, hij heeft een vier poten, hij heeft een vacht enz.”
  • Noem een woord en laat er zoveel mogelijk op rijmen. Dit kan ook met zinnen: “Daar loopt een man, die ..... (hard rennen kan)”.

Je hebt zowel gesproken als geschreven taal. Bij gesproken taal kun je denken aan een ‘kringgesprek’ op school, wanneer je afrekent aan de kassa bij de supermarkt of wanneer je in gesprek bent met iemand uit je omgeving. In gesproken taal is het vaak net iets gemakkelijker om elkaar te begrijpen. Dit komt vooral doordat je verheldering kunt vragen, wanneer iets niet helemaal duidelijk is. Doordat er met een kind gesproken wordt, leert het taal gebruiken. Een kind dat kan praten kan vertellen wat hij wil: buiten spelen, fietsen of een boterham. Hij kan vragen wat hij wil weten en er kan van hem van alles worden uitgelegd.

Wanneer het gaat om geschreven taal is het een stuk moeilijker. Schriftelijke taalvaardigheid leren kinderen niet spontaan. Kinderen moeten hierin worden uitgedaagd en worden gestimuleerd. Als je graag wilt dat kinderen er iets van opsteken, is het belangrijk dat kinderen het leuk vinden om taal te leren. Om kinderen enthousiast te maken voor het leren van de Nederlandse taal, kun je leuke onderwerpen gebruiken en verschillende soorten materiaal. Je moet de kinderen laten weten, dat het heel zinvol is om de Nederlandse taal goed te beheersen.

Spraak Ontwikkeling

Dit schema geeft de volgorde van de ontwikkeling van de spraak weer. Het moment waarop een kind verder gaat naar een volgende stap in de ontwikkeling, is echter per kind verschillend. De genoemde leeftijden zijn gemiddeld.

    0 – 9 maanden
  • huilen
  • vooral eh-klanken
  • het eerste brabbelen (geluiden met vooral lipklanken: bububu)
    9 – 18 maanden
  • imiterend brabbelen (het kind past zijn klanken aan aan wat het hoort in zijn omgeving); wanneer een kind 1 jaar is, brabbelt het gevarieerd en veel
    1½ jaar – 3 jaar
  • uitgebreid brabbelen
  • eerste woordje (de woordopbouw is vaak nog onvolledig)
  • kind kan de /p/, /t/, /m/ en /n/, /k/, /s/, /h/ aan het begin van een woord goed zeggen
  • tweewoordsuitingen (auto weg, hebbe koek)
  • het kind is voor 50% verstaanbaar
    3 jaar
  • zinnen van 3 – 5 woorden (zinsopbouw nog niet correct)
  • woordenschat breidt zich uit
  • eerste medeklinkerverbindingen (stoel i.p.v. toel)
  • het kind is voor 75% verstaanbaar
    4 jaar
  • uitbreiding medeklinkers en verbindingen
  • /l/, /r/, /sch/, /fl/, /kn/ en /zw/ kunnen nog moeilijk zijn
  • kind is verstaanbaar voor vreemden
    5 jaar
  • vrijwel alles is verstaanbaar
  • /r/ en /sch/ kunnen nog moeilijk zijn
    6 jaar
  • Het kind kan alle losse klanken en medeklinkercombinaties maken
  • Het kind kan nog moeite hebben met het uitspreken van woorden met drie of meer medeklinkers achter elkaar, zoals /straat/, /herfst/, /spreeuw/
de taalontwikkeling van het kind

Deel deze pagina

Interessante informatie gevonden? Deel dan deze pagina op de sociale media en vertel het door.

Bel direct
070 514 5790
Heeft u direct behoefte aan een adviesgesprek? Laat uw telefoonnummer achter en ik bel u zo snel mogelijk terug.